donderdag 6 mei 2010

Windmolens en koolstofvezels

De markt van de koolstofvezels is in volle ontwikkeling : van nauwelijks 50 ton in 1975 zou die moeten groeien tot 60 000 ton in 2015.

De eerste twintig jaar was de belangrijkste markt die van de sportartikelen : vishengels, tennisrackets en golfclubs. Het domein van de vliegtuigbouwkunde werd ontgonnen vanaf 1985, met de fabricage van primaire onderdelen, en dat van de industriële toepassingen vanaf 1995.














Dat laatstgenoemde marktsegment – scheepsbouw, burgerlijke bouwkunde, autofabricage, houders onder druk, medische apparatuur… - blijft groeien, in het bijzonder dankzij nieuwe toepassingen zoals windmolens, offshore-aardoliewinning enz. Deze industriesectoren zouden tegen 2010 moeten goed zijn voor meer dan de helft van het koolstofvezelverbruik.
Die prognoses zullen evenwel moeten worden bijgesteld indien de vraag naar sportuitrusting, die tegenwoordig wat stagneert, plots sterk zou toenemen in landen zoals China en India of vooral indien de uitbreiding van de industriële toepassingen bruusk zou worden afgeremd door de stijging van de prijzen en een ontoereikend aanbod van koolstofvezels.

Een van de interessante marktniches voor composieten versterkt met koolstof is die van de windmolenbladen. Het gebruik van dergelijke materialen in dat marktsegment neemt heel snel toe, in tegenstelling tot de groei die al 30 jaar wordt waargenomen in andere marktsegmenten zoals de sport- en vrijetijdssector of de vliegtuigbouwkunde.

Windmolens
Tussen 2005 en 2006 steeg de elektriciteitsopwekkingscapaciteit van windkracht met 16% (11 531 MW of 8300 nieuwe turbines). De totale, globale capaciteit bedraagt nu 72 500 MW.
De Amerikaanse markt is de belangrijkste, met een capaciteit van 12 000 MW in 2006. Die zou nog met 30% moeten groeien tegen 2010 en 100 000 MW moeten bereiken tegen 2020.

De grootste producenten van windmolenbladen zijn in Europa gevestigd. De tien grootste fabrikanten van windmolens nemen samen meer dan 95% van de markt in. Vestas Wind Systems AS in Denemarken en Gamesa Eolica in Spanje alleen al bestrijken 50% van de wereldmarkt van de turbines en zelfs 70-75% van de markt van de windmolenbladen. Andere fabrikanten zijn Siemens (DK), Enercon (D), Nordex (D) en REpower Systems (D).

Als we kijken naar de verspreiding van de octrooien verbonden aan windmolenbladen de jongste jaren (1.957 documenten sinds 2000) zien we een opmerkelijke terugloop in het aantal aanvragen in 2006. Dat is ongetwijfeld (vooral) het gevolg van het feit dat de technologie nu tot volle ontwikkeling is gekomen.

Er zullen heel wat meer kansen komen in de sector van de windmolenbouw met de komst van steeds grotere bladen voor omvangrijke eenheden. De grootste turbines die momenteel worden gebouwd, hebben een capaciteit van meer dan 5 MW en rotordiameters van meer dan 100 m.

In 2006 verbruikte de fabricage van windmolenbladen meer dan 112 000 t materiaal. Dat volume zou tot 700 000 t moeten stijgen tussen 2006 en 2010. Koolstofvezels vertegenwoordigen slechts 6% van de totale vraag naar vezels (glasvezels inbegrepen) in die productie van bladen, wat toch 250% meer is dan in 2004. In 2010 zou dat percentage 9% moeten bedragen. Vestas fabriceert meer dan 10.000 bladen per jaar en steeds meer modellen worden gemaakt van composiet versterkt met koolstofvezels (300-350 kg/blad).

De toekomst van de koolstofcomposieten in de windmolenbouw is net zoals bij andere industriële toepassingen afhankelijk van de beschikbaarheid en de prijs van de vezels. Sommige producenten worden al met die problemen geconfronteerd en denken aan alternatieven op basis van glasvezels, die minder goed presteren maar ook minder duur zijn.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten